Diep in de Saeftinghe, helemaal aan het einde van de leidingendam, stond het toch wel legendarische 'zomerverblijf'. Van oudsher gebouwd als schaapskooi, was het vooral bekend als de locatie waar Het Zeeuwse Landschap jaarlijks haar vogelringers aan het werk zette. Voor ingewijden was het zomerverblijf bovenal een kleine oase, waar je in alle rust even de sores van de wereld van je af kon laten glijden. Woest en idyllisch tegelijkertijd, dat is misschien wel de mooiste omschrijving van deze bijzondere plek. Daar waar wind en water vrij spel hebben, doorstond de eenvoudige hut decennialang de elementen. Uiteindelijk moest ook het zomerverblijf het onderspit delven tegen de kracht van zoveel natuur. Het gebouw werd instabiel, niet langer veilig voor de gebruikers.
Wanneer we onverwacht de kans krijgen om een bezoek te brengen aan de meest bijzondere werf van heel Grenspark Groot Saeftinghe zeggen we uiteraard geen nee. Van de oude hut is niets meer terug te vinden. In de plaats rijst het nieuwe bouwwerk imposant op uit de hardstenen oever van de Schelde. Hoewel die dag nog volledig gehuld in een zwarte folie, geven de doorleefde staketsels waarop het geheel prijkt toch al een indruk van hoe dit bijzondere gebouw er straks gaat uitzien. Hoewel je al van ver ziet hoe het gebouw zich losmaakt van de omgeving, krijg je geen moment het gevoel dat het hier niet op zijn plaats is. Als een verweerde houten pier klieft het door de zilte lucht richting de einder.
Toegegeven, die laatste vergelijking hebben we er zelf bij verzonnen, maar het is wel het gevoel dat je krijgt wanneer je het gebouw voor het eerst van een afstand benadert. Zelfs toen het nog omringd was door zwaar materieel. Materieel dat inmiddels uit het natuurgebied verdwenen is. De ruimte voor de natuur is teruggegeven, het broedseizoen bepaald opnieuw de werkuren. Binnenin het gebouw wordt 'stilletjes' verder gewerkt aan de afwerking en installatie. De zwarte folie die tijdens ons bezoek nog alomtegenwoordig was heeft plaats gemaakt voor imposante raampartijen. Op maat gemaakte kozijnen van hergebruikt hardhout. Zoals alles in dit gebouw. Hergebruikt, circulair, niets gaat verloren.
Gefundeerd op palen die vroeger in de Zeeuwse veerhavens de dubbeldekkers opvingen, is het hele gebouw opgetrokken uit materiaal dat een tweede leven verdiend. In Van Hese Infra hebben Ro&Ad Architecten de ideale partner gevonden om hun bijzondere ontwerp uit te voeren. Aan sommige delen zie je het meteen, op andere plekken denk je tegen nieuw hout aan te kijken. Niets is minder waar. Nieuw gezaagd, dat wel, maar de oorsprong is altijd terug te leiden naar de enorme voorraad gebruikte materialen van deze bijzondere aannemer. Circulair in al zijn rechthoekige eenvoud. Zelfs bij de bouw wordt alweer rekening gehouden met hergebruik. Zo zal de installatie bijvoorbeeld volledig in opbouw worden uitgevoerd. Dat maakt het eenvoudiger om aan te passen mocht het gebruik van het gebouw daar om vragen.
Hoog boven de aanrollende golven is het uitzicht over de Schelde fenomenaal. Of je nu binnen achter een van de vensters staat, of buiten met je kop in de wind op het terras, de beleving blijft bijzonder. Enige jaloezie ten opzichte van de toekomstige gebruikers kun je hier maar moeilijk onderdrukken. Zover zijn we echter nog niet. Zodra de jonge vogels het luchtruim hebben gekozen kan er begonnen worden met de verdere afwerking van de buitenkant. In hergebruikt materiaal, dat spreekt voor zich, maar ook met natuurlijke materialen, die ruimte bieden aan flora en fauna. Waar het gebouw nog meer een zal worden met de omgeving. We komen er graag nog eens (op) terug.
fotografie Ro&Ad Architecten, Julian van Wesemael en Marc Zaan
MgfZ