Waar vinden we anno 2020 een heter hangijzer dan de CO2-discussie? Aangejaagd door een wereldwijde actiebereidheid van schooljeugd die wel inziet dat de klimaatdiscussie NU gevoerd moet worden, staat het thema plots bovenaan de politieke agenda. Eén van de genoemde oplossingen in de strijd tegen CO2 is het tegengaan van ontbossing en daaraan gepaard het massaal aanplanten van nieuwe bomen. Maar wat te denken van recent onderzoek in opdracht van Stichting Natuurmonumenten dat aantoont dat estuariene natuur, in lekentaal schorren en slikken, tot acht maal zoveel CO2 per hectare op kan slaan dan de snelst groeiende bossen?
De opslag van CO2 door schorren en slikken gebeurt ondergronds. De stof wordt gebonden aan de algen in de sliblaag en de begroeiing van het schor. Omdat er in de ondergrond vrijwel geen zuurstof zit, worden de algen nauwelijks of niet afgebroken en ligt het broeikasgas voor lange tijd vast. Veel duurzamer dan die in bomen. Bomen hebben immers een beperkte levensduur. Als een boom sterft en omvalt of wordt geoogst en verbrand, komt de opgeslagen koolstofdioxide weer vrij. Ook de vergelijking met veengebieden – ook hierin wordt koolstofdioxide opgeslagen – valt gunstig uit voor de kwelders. Veen stoot veel methaangas uit, een broeikasgas dat 25 keer sterker is dan CO2. Schorren en slikken produceren nauwelijks methaan.
Deze bijkomende troef van het creëren van meer buitendijkse natuur zorgt ervoor dat ook Grenspark Groot Saeftinghe een stevige duit in het zakje zal doen in de strijd tegen de opwarming van het klimaat en vermindering van broeikasgassen. Zo krijgen de Natura2000 projecten en het Sigmaplan plots een onverwachte ecologische en politieke meerwaarde.
Lees het artikel uit Hoe een natuurgebied door massale CO2-opslag meehelpt in de strijd tegen klimaatverandering uit dagblad Trouw.
Monica Wesseling is auteur en natuurjournaliste. Naast haar boeken schrijft ze onder andere voor de KNNV, Natuurmonumenten en dagblad Trouw.